|
|
Een prachtige bladplant met enorme purperbruine bladeren (de vorm als olifantsoren) en met nog donkerder nerven en stengels. Tot bloei komt deze aronskelkachtige niet in ons klimaat. Zet ze vochtig tot nat en 's winters vorstvrij en droog (hoewel extra dek over de knollen vaak voor overleving in onze winters zorgt). De Taroknollen worden al sinds mensenheugenis in de tropen gegeten, in Azië en Afrika is de teelt enorm populair, ze bevatten 25% zetmeel en zijn vrijwel ongevoelig voor ziekten. Ze worden gekookt, geroosterd, gebakken en gefrituurd. In Afrika worden ze in een pasta (“fufu”) verwerkt. Het blad is na koken ook eetbaar (lekker om vlees of vis in te rollen). Hoogte 1m.
Leveringsmaandenmei t/m september
|