812104 BIOLOGISCH TELEN IN STRIPVORM

Een stripboek over biologisch tuinieren en bepaald niet oppervlakkig!
Met de illustraties van Pic (Denis Lelièvre) en het verhaal van “Karel de Tuinman” (tekst door Karel Schelfhout en Michiel Panhuysen) wordt de essentie van het tuinieren getroffen, namelijk plezier! Voor de lezer allereerst het plezier van het lezen: zeer leerzaam, up-to-date en vol humor. En daarna het plezier van de teelt, het zien van groei, het oogsten, proeven en tot slot het bevredigende besef dat je de aarde beschermt.

Karel Schelfhout is al meer dan dertig jaar een autoriteit op het gebied van tuinbouw. Hij heeft een belangrijke rol gespeeld bij de verbreiding van de hoogwaardige tuinbouwtechnieken die in Nederland zijn ontwikkeld, en heeft uiteindelijk gekozen voor de biologische teelt.

Michiel Panhuysen, een journalist die publicaties in verschillende talen op zijn naam heeft staan, is gespecialiseerd in de biologische landbouw en stedelijke tuinbouw.

Recensie:
BOEKBESPREKING BIOLOGISCH TELEN IN STRIPVORM (Volkskrant)
Feestelijk handboek voor het telen van gave groenten zonder chemicaliën
door Joost Pollmann 28 augustus 2020,
Vleermuizenguano. Bloedmeel. Koffiedrab. Suikerbietenvinasse. Konijnenkeutels...
Dit zijn nog maar vijf van de dertig soorten mest die worden opgesomd in het humoristische en energieke handboek Biologisch Telen in Stripvorm. Het is een bewerking van de bijbel voor de organische teelt van Karel Schelfhout en Michiel Panhuysen, The Organic Grow Book, en is getekend door de Franse stripmaker Denis Pic Lelièvre alias Pic. De nu verschenen Nederlandse vertaling wordt op de markt gebracht door Mama Publishing uit Parijs, dat ‘bewustzijn wil kweken voor de planeet van morgen’ en deze verstripte versie ook lanceert in zes andere talen. Pic is erin geslaagd om een in wezen nogal technisch instructieboek om te toveren in een feestelijk overzicht van alles wat je moet weten om zonder gebruik van chemicaliën gave groenten uit de grond te laten groeien, waarbij hij ook in beeld brengt wat je in tuinaarde en composthopen aan kruipende wezens tegenkomt. In het hoofdstuk ‘Bodemleven’ geeft hij menselijke trekjes aan allerhande wormen, schimmels, slakken en zelfs bacteriën, waardoor je met vertedering naar die krioelende microkosmos gaat kijken.