|
|
Vanaf 1960 is deze Zuid-Amerikaanse knolgroente herontdekt door Julio Rea, die ze in cultuur vond bij Indianen in zijn land Bolivia. Later (rond 1970) ontdekte hij ze ook in Ecuador en in Peru (1987) zijn ze ook aangetroffen. Een bijzonder gewas dat (in tegenstelling tot aardappels) ook groeit boven de 2700 m. Deze onovertroffen plant groei overigens in onze Lage Landen fantastisch! De plant kan uitlopers maken tot ruim 2 meter lengte. Het overhouden is voor de kwekers nog een beetje zoeken, maar de planten groeien gemakkelijk uit tot forse knoldragers. We hopen ook nog eens de zaden (lichtkiemers!) te kunnen kweken.
Zowel de knollen als het blad en de stengels zijn eetbaar! De knol zit qua smaak tussen de aardappel en de zoete aardappel in, iets notig. Gedurende het bewaren worden de knollen wat zoeter, leg ze voor het rauwe eten een poosje in de zon om de samentrekkende stoffen wat af te breken, deze verdwijnen geheel bij het koken. De stengel en het blad hebben een zachte, aangename smaak. De planten zijn niet daglengte-gevoelig en kunnen ook tegen zeer slechte zomers. Vermeerdering vindt momenteel plaats door stek en knol.
Leveringsmaandenapril t/m september
|