Een hele nieuwe kleur in de amaranthusfamilie: eerst goudgeel, daarna afrijpend naar koper- of bronskleurig. Een hele sterke snij- en droogbloem, groeit aan kolossale stengels van 150-200 cm lengte. De bloemtrossen groeien rechtop en zijn een eldorado voor vogels!
Net als bij andere telgen van het geslacht Amaranthus kunnen de zachte blaadjes van vooral de jonge planten worden gegeten als spinazie. Als bloemtrossen afrijpen kan het zaad worden geoogst: heel gezond (bijvoorbeeld gepoft in de oven bij 130°C) in muesli. Ook gezond en voedzaam zijn de net ontkiemende zaden (spruitgroente). Het zaad kan ook in brood worden meegebakken of meekoken met rijst.
ZaaimethodeZaaien: april-juni in de volle grond. Eerst de grond goed fijn harken, vervolgens de zaden (evt. vermengd met droog zand) gelijkmatig uitstrooien en licht inharken. Tenslotte aandrukken met plank, hand of wals. Voorzaaien en uitplanten mag ook . Hoe ruimer geplant, hoe meer zijtakken en hoe hoger de hoofdstengel. Voor de snij loont het om dicht te zaaien of planten: er ontstaan veel handzame bloeiwijzen. Alle rassen worden bij rijping (in het najaar) brons tot bruin.
Hoogte150-200 cm
Leveringsmaandenhet gehele jaar
|