Wilde emmer is sinds 1906 ontdekt in Rosh Pina en is de voorouder van de eeuwenlang gekweekte emmertarwe, zoals we die kennen van opgravingen en in grafkamers van pyramiden. Het is ook de voorouder van onze huidige tarwe. Emmer werd in de “vruchtbare sikkel” van het Midden-Oosten geteeld, maar ook in India zijn resten gevonden. Het Joodse volk ten tijde van de Thora teelde ook emmerkoren. Samen met eenkoren en gerst vormt emmer het koren van de oudheid. Bijzonder om dit historische graan eens te telen, je bakt er een aardig broodje van! Tenslotte is wilde emmer ook heel sierlijk in tuin en boeketten.
ZaaimethodeZaaien: april-mei rechtstreeks op de plaats van bestemming. Zaad inharken en aandrukken.
Leveringsmaandenhet gehele jaar
|