Andesknollen met de frisse bite! Zo’n veelzijdige knol kom je zelden tegen!
Een greep uit de vele toepassing en en eigenschappen:
- Dankzij het hoge vochtgehalte (86-90% water) is de knol heel fris en heeft rauw gegeten een “crunchy bite”. Afhankelijk van de zomer bevat de knol zoveel zoetstof dat de smaak van watermeloen dichtbij komt!
- De knol laat zich (in dunne plakjes) frituren tot een lekkernij.
- (Roer)bakken, koken.... alle normale bewerkingen verdraagt de knol zonder uit elkaar (tot pap) te vallen.
- Goed nieuws voor diabetici en “weight watchers”: de knollen danken de zoete smaak aan de aanwezigheid van oligofructose (fracto-oligosaccharide)
- Oligofructose werkt stimulerend op nuttige bacteriën in ons lichaam
- Medicinale werking: het blad zorgt ervoor dat het lichaam weer normaal en effectief reageert op insuline. Deze wordt gedroogd en verpulverd op vele sites aangeboden.
- Van de knollen kan siroop worden gekookt.
Plantbeschrijving:
De plant komt van oorsprong uit het Andesgebergte en komt daar voor op een hoogte van 900-3000m. De 1-1,5m hoge planten hebben een grove opbouw met groot blad. Vanaf augustus-september vormen zich onder de grond rondom de plantbasis 10-20 knollen met een totaalgewicht tot wel 10 kg per plant! De oranjegele bloei blijft in Nederland soms uit. Zaadzetting is in de landen van oorsprong niet overdadig.
Oogsten:
De planten worden gerooid zodra het blad teruggaat in levenskracht. Dat gebeurt meestal laat in de herfst door kou. De knol ziet er uit als een Dahliaknol, waarbij de functie van het stengeldeel dus essentieel is. Er kunnen veel zijknollen worden geoogst, enkele zijknollen met het stengeldeel in zand of opgepot overwinteren op een vorstvrij plaats. Tijdens de groei in de zomer kunnen stekken worden gesneden, zodat er ook jonge planten kunnen overwinteren, zo gaat de vermeerdering veel sneller.
IN APRIL WORDEN ONZE BROEDKNOLLEN OPGEPOT, DUS EERST VERKOPEN WE DE KNOLLEN, DAARNA DE PLANTEN. BESTEL ZE NIET TEGELIJK!
Plant de stengelknollen (met ogen) vanaf eind april op een afstand van 50cm tot elkaar, eventueel op verhoogde bedden met of zonder zwart doek. De groei is zelfs bij “slechte” zomers fantastisch te noemen. Een beetje schaduw verdraagt de plant goed. Oogsten kan vanaf september voor zeer malse “halfwas”-knollen of in oktober-november voor de zeer volgezogen, volgroeide knollen. Het blad kan gedurende de groei worden geoogst en tot medicijn verwerkt, jong blad is ook als spinazie eetbaar. De plant is meerjarig maar niet vorstbestendig.