Ui(tjes) en Knoflook

Dit mooie, historische, Franse ras zou een kruising kunnen zijn tussen een zoete witte en een pittige rode ui. Qua smaak is deze in elk geval zoet genoeg voor rauw gebruik met een tintje heet. De uien zijn roodkoper tot roze van kleur en zeer groot en platrond van vorm. De variëteit bestaat al heel lang, mede omdat de teelt erg succesvol is!

Een van de bekendste Hollandse uien. Ze zijn goudbruin, bolrond en stevig. Zeer goed de winter door te bewaren. De smaak is (afhankelijk van plaats en jaar) mild tot vrij pittig.

Radar kan geteeld worden als plantuitje om in het najaar te planten, maar is ook heel geschikt voor de ouderwetse teelt zoals vroeger de ‘Zwijndrechtse Poot’. Voor deze laatste teeltmethode wordt in augustus op zaaibed gezaaid en ‘s winters met vliesdoek beschermd, of (uiterlijk) in september onder glas (kasje of “platglas”) en aldaar overwinteren. In het voorjaar uitplanten op ± 10 cm. Het resultaat is een vroege oogst van heerlijk malse uien.

ECO GETEELDE ZADEN! Vroeg gezaaid (april) groeit deze ui hetzelfde jaar uit tot volwassenheid: een goed bewaarbare, platronde ui. In juli zaaien geeft in de herfst kleine bolletjes (“plantuien”) die na een koele winterbewaring in maart kunnen worden uitgeplant.

Deze zeer gezonde paarsrode uien zullen je verbazen! Je kan ze al heel vroeg binnen zaaien om als plantje uit te planten, maar later kan ook voor herfstoogst. De geoogste bollen zijn glanzend en diep van kleur, de smaak is zeer goed, zowel gebakken als rauw. De uien zijn goed te bewaren.

Het is weer gelukt een echt zoete ui te vinden! Oorspronkelijk komt het type uit Corsica en is weer herontdekt door een Amerikaanse boer in 1925. Deze ui heeft een opvallend mild en zoet aroma, de bijtende stoffen (die ook het “huilen” veroorzaken) ontbreken. Daardoor is de bol zo knapperig als een appel, u kunt hem gewoon rauw eten! De prettige uiensmaak is zeer geschikt voor kinderen. Walla Walla Sweet wordt in het westen van de VS altijd gebruikt als winterui, zaailingen verdragen tot 10 graden vorst. Rond Walla Walla (stadje in Noord-West VS) wordt het zaad in augustus-september gezaaid om het volgende voorjaar bosjes jonge planten te kunnen leveren aan tuincentra, net als in Nederland de “pootuien”. Let op: het is geen bewaarui, dus ongeveer 1 maand na de oogst de rest snipperen, afdrogen en invriezen. Door de bevriezing worden ze een beetje waterig en je moet rekening houden dat het een beetje langer duurt om de stukjes ui bruin te bakken, maar de milde, zoete smaak blijft behouden.

Deze spierwitte uien, van binnen en van buiten, worden (bij goede behandeling en vruchtbare grond) flink groot en staan ook bekend als Zoete Spaanse Uien vanwege de milde, iets zoete smaak. De uien kan je enkele maanden bewaren, maar begin wel meteen ze te eten, je oogst een ui in elk stadium. Uiteraard is bewaring alleen mogelijk van uien, die afgerijpt zijn, het blad gaat knakken (“strijken”) en de bollen worden met blad en al opgehangen en gedroogd.

Calçots, die lekkere jonge stengeluitjes waar Catalonië om bekend staat, kweek je van deze witte uien heel gemakkelijk. Je zaait ze in augustus en laat de planten 3-5 cm uit elkaar staan. In de winter de jonge plantjes tegen strenge vorst beschermen en alvast een beetje aanaarden. In het voorjaar verder aanaarden (totaal 10-15 cm), oogst ze bij 1-2 cm dikte. De bereiding vind je op internet, het gaat vooral om grillen op de barbecue. Je eet ze uit de hand zoals hier de haring!

Deze platronde, spierwitte uien hebben een mooie historische Franse traditie. Ze kunnen gewoon vanaf het voorjaar worden gezaaid en in de zomer of herfst geoogst, maar het aardige van deze variëteit is de uitstekende vorstbestendigheid. Vroeger werd de ui daarom rond Vaurigard (voorheen de moestuin van Parijs) aan het eind van de zomer gezaaid, de jonge planten bleven overwinteren en vroeg in het voorjaar werden de platwitte uien met nog fris en stevig blad in Les Halles verkocht.
Nog enkele hobby-boeren telen deze specialiteit voor de Fransen, die een historisch besef en verfijnde smaak hebben...!

Dit veelzijdige wilde uitje komt in de vrije natuur voor in het Altaj-gebergte, dat Kazakstan, Rusland, Mongolië en China aan elkaar verbindt. De stengels van dit bladuitje zijn hol en vooral in de eerste maanden van de groei heerlijk door de sla en in gerechten! In de zomer gaan de plantjes bloeien met dikke stengels en compacte helderwitte bloemetjes in een bolvorm. De plantjes vermeerderen gemakkelijk en vormen smakelijke bolletjes aan de basis.
Zowel blad(stengel) als bloem en bol zijn eetbaar en worden zeer gewaardeerd door de plaatselijke bevolking in Azië. De planten houden van goede drainage, kunnen goed tegen droogte en zijn zeer vorstbestendig!

LEVERBAAR VANAF SEPTEMBER TOT DE VOORRAAD OP IS.
Een merkwaardig en historisch uitje! De bolletjes vormen in de grond nieuwe aanwas (klisters) en bovenaan de stengels ontstaan naast soms enkele bloemetjes ook "luchtbolletjes", die vervolgens ook weer uitlopen. Een groei in etages dus. Naast boeiend is dit winterharde uitje ook lekker pittig in salades.
Als de bolletjes niet beschikbaar zijn, dan kunnen we vaak in het voorjaar wel de plantjes leveren: 831490